Het maaien van gazons en bermen in Delft
Gazons en bermen vormen een belangrijke leefomgeving voor veel planten en dieren in de gemeente Delft. Ze functioneren als leefgebied en natuurlijke verbindingen tussen groene gebieden. Hierdoor kunnen ze een grotere bijdrage vormen voor de biodiversiteit en ecologie binnen de Gemeente Delft.
Waarom een aangepast maaibeleid?
In Delft is het gras te verdelen in het korte gras en het ruwe gras. Het korte gras zijn de gazons en trapvelden. De bermen en stukken grasland vormen nu het ruw gras wat jaarlijks één of twee keer wordt gemaaid. De gazons worden nu minder kort gemaaid zodat er meer bloei is van kruiden zoals bijvoorbeeld het madeliefje.
Ecologisch maaibeheer (volgens de richtlijnen KleurKeur)
Ecologisch maaibeheer houdt in dat er goed gekeken wordt naar de biodiversiteit en ecologie van het grasland. Het meest zichtbare van de nieuwe manier van maaien is dat er stukken niet worden gemaaid. Deze stukken met diverse plantensoorten vormen een belangrijke voedselbron en voortplantingsplaats voor insecten en andere dieren. Zij hebben een voorkeur voor bloemrijke bermen. Die bevorderen we door te maaien en het maaisel af te voeren. Hierdoor zal het ruwe gras langzaam plaats maken voor meer kleurrijke en bloeiende kruiden. Ook de kleine zoogdieren profiteren van de nieuwe manier van maaien. In de niet gemaaide stukken kunnen zij schuilen, overwinteren en voedsel vinden. Door de manier van maaien aan te passen gaat het buiten er anders uitzien. Daar is niet alleen de natuur bij gebaat maar wij als mens ook.
Planning en verdere verloop
Vanaf week 24 is er gestart met de maaiwerkzaamheden. De eerste resultaten zullen buiten al zichtbaar zijn. In Delft-Noord worden de maaiwerkzaamheden uitgevoerd door Krinkels en in Delft-Zuid door AH Vrij.
Dit jaar wordt het korte- en ruwe gras verder onderzocht en beoordeeld op kwaliteit en kansen voor de biodiversiteit. Met deze informatie wordt een beheer- en maaiplan geschreven voor de komende jaren. Elk jaar wordt gekeken hoe de bermen zich ontwikkelen en waar nodig worden de beheer- en maaiplannen bijgesteld.